Waar je dat laatste stukje vindt

Ik had naar Beertje Collargol gekeken

Daarna kwam Toppop. Maar eerst reclame. Saai, zei ik tegen mijn vader. Ik wil nú Toppop zien. Ik was 6 jaar en hield van Hank Knife en the Jets en Pussycat, ook al zei mijn moeder dat dat vast hele domme mensen waren, die mensen in Toppop.

“Weet je,” zei mijn vader,  “dat er apparaten zijn, waarmee je een televisiepogramma op kunt nemen? Dan kun je die reclamefilmpjes gewoon doorspoelen”.

“Echt?” vroeg ik.

De jaren 70. Video bestond al een tijdje. Maar niet voor gewone mensen

Een van de eetste video-recorders

Eén van de eerste video-recorders, een echte Ampex!

Het was duur en moeilijk en de kwaliteit bedenkelijk. De eerste videorecorder voor consumenten zou een jaar later op de markt komen.

Later ( in de jaren 90) zou ik nog met die oude videospullen gaan werken. Met de banden, de spoelen, de videokoppen. En ook nog met de mensen die Toppop gemaakt hadden. Maar dat was later.

Het reclameblok duurde voort. Ik verheugde me vast op de toekomst. Reclame doorspoelen, stel je voor! Ik kon het nauwelijks geloven.

Dat we nu bijna allemaal met een tv-studio op zak lopen, dat we uit kunnen zenden wat en wanneer we maar willen, dat kon niemand zich toen voorstellen

Toch is het zo. Ze worden nog te weinig zo gebruikt, die smartphone, de webcam, de gratis montage-apps en Youtube, maar we hebben ze wel.

Als je nu Toppop uit de jaren 70 ziet, dan is dat knullig. Video stond in de kinderschoenen, elke bewerking leidde meteen tot slechte beeldkwaliteit. Maar reken maar dat ze de grenzen van de techniek wekelijks oprekten.

Met sfeervolle belichting van het creatieve decor:

De sfeer van de jaren 70

De sfeer van de jaren 70

Met een key, zodat Ad Visser met zichzelf kon bumpen. De belichting was fout, maar dat maakte niet uit:

Bump Ad Visser

Ad Visser én Ad Visser!

Met een picture in picture-effect:

Kijk, een plaatje in een plaatje!

Kijk, een plaatje in een plaatje!

De makers creëerden zich het hart uit het lijf.

Met beperkte middelen word je vanzelf creatief

Ik gok dat ze zich de haren uit het hoofd trekken nu. Nu alles lijkt te kunnen. En zoveel gratis is en voor iedereen toegankelijk. Nu kun je, als je wil, in een uur een filmpje online hebben. En als je alleen maar praat in de camera, in 5 minuten.

Van acute schaarste op gebied van videotechniek zijn we in een paar jaar beland in het absolute tegendeel. Iedereen kan alles

Het wordt nog niet zoveel gebruikt. De meeste ondernemersfilms zijn nog saaier dan de tekst die uitgesproken wordt. Dat is omdat we nog moeten wennen. Omdat “The sky is de limit” zo’n overweldigend concept is.

Toch is het slechts een kwestie van tijd voordat we het ook gaan gebruiken

Omdat opvallen alles te maken heeft met creatief zijn. En met durven. En nu je alles in handen hebt om iets moois te maken is dat het enige dat je nog nodig hebt. Niet te koop. Wel te vinden. Ergens daar bij je hart. Of je maag. Waar ook die passie zit, die drive, die “why” en dat heilig vuurtje. Daar vlak naast, daar vind je de moed om je nek uit te steken. Net als Ad Visser en zijn team, destijds.

Miiiihhiiiiiississiiiiiiipiiiiiiiii zongen de mevrouwen van Pussycat

“Weet je trouwens waar ze ook aan werken?” Zei mijn vader toen. “Aan platte televisies. Die kun je gewoon aan de muur hangen”. “Nee papa, dat kan toch niet?” zei ik. “Ik kan het ook niet geloven,” zei mijn vader, “maar het schijnt echt zo te zijn.”

 

photo credit: Malabooboo via photopin cc

{a1062ar7674}

4 antwoorden
  1. Cees
    Cees zegt:

    Toen niks kon, probeerde men alles uit.
    Nu kan alles en doet men niets creatiefs meer.
    Waarbij de videopitch/videoblog met een pratend hoofd natuurlijk het summum is van het geen gebruiken maken van het medium. Even jouw gezicht laten zien is natuurlijk prima, maar als je vervolgens alleen mar vertelt en niets toont…. Dan heb je Radio-TV. Je ziet de spreker zijn/haar monoloog uitspreken. Alleen een stilstaand plaatje met geluid is nog saaier…

    Zouden we aan het einde van de vooruitgang zitten?
    We zijn op de maan geweest, maar blijven nu dichtrbij huis…

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *