Snot voor je ogen. Over hard werken en durven vragen.

“Je kunt hier twee dingen doen”.

Zei de morsige meneer. Hij nam nog een hap pizza. “Je stelt de vragen, of je houdt de camera vast.”

Ik had me gemeld bij een lokale commerciële omroep

Ze zaten op de vierde verdieping van een kantoorgebouw op een desolaat terrein. Ik moest er drie kwartier voor in de auto zitten.

Ik wilde zo graag regisseur worden dat het me allemaal niet uitmaakte.

“Regie? Wat wou je precies doén dan?”

Hij lachte erbij, verwonderd. “Ehm, zorgen dat het een mooi en leuk programma wordt. Dat het allemaal met elkaar klopt.” Ik had al het gevoel dat de grond onder mijn voeten was weggeslagen. Maar misschien maakte hij grapjes.

“Dat is bij ons al dik in orde hoor!” Ik kreeg een ferme klap op mijn schouder. “Nou meissie, word jij onze nieuwe vragenstelster?”

Ik werkte als video-editor in Hilversum. Bij de landelijke omroep

Met een brandende ambitie om regisseur te worden. Maar hoe maak je die stap? Ervaring opdoen, dacht ik. Je het snot voor de ogen werken. Goede wil tonen. Elke kans pakken. Want dat moet als je de top wil bereiken.

Maar op die zomeravond in dat kantoor met die morsige meneer was ik even uit het veld geslagen. Regie, onzin? Mijn wereldbeeld wankelde.

Wat als je heel goed in iets wil zijn maar niemand heeft het nodig?

In Hilversum is regie een gewaardeerd en goed beloond beroep. Ik wilde dat. Alleen dacht ik dat niemand me wilde hebben. Durfde niemand te vragen. Het enige instrument dat ik zonder aarzelen inzette was energie. Dus toen ik hoorde dat deze lokale zender vrijwilligers zocht was ik er nog dezelfde avond. Een kans om ervaring op te doen laat je natuurlijk niet lopen.

Het was later die maand dat ik me realiseerde dat er grenzen zijn

Dat hard werken soms nergens toe leidt. De programma’s van de zender waren ronduit verschrikkelijk. Verschrikkelijk oninteressant, verschrikkelijk slecht gemaakt.

Maar zelf vonden ze het allemaal prachtig. Zoals je je eerste kleiwerkstuk prachtig kunt vinden. Uit puur enthousiasme.

Op een avond zat ik in dat verlaten pand met een vieze pizza een programma te monteren dat nergens over ging. Het was een werkje waar ik zelf niets mee opschoot, Het kostte me vooral tijd, en mijn humeur. Ik realiseerde me dat dit niet de weg was. Ik ging naar huis.

En ik probeerde iets nieuws

Ik liet weten wat ik wilde. Aan de mensen met wie ik samen werkte. Die weer andere mensen kenden. Drie maanden later had ik mijn eerste regieklus. Ik was verbijsterd over hoe gemakkelijk dat ging. Gewoon omdat ze me wel o.k. vonden, en ik het had gevraagd, ging opeens mijn droom in vervulling.

Later kwam ik nog een keer bij die lokale zender

Ik moest nog een statief terugbrengen.De morsige man begroette me hartelijk. Maar zorgelijk. Er zijn toch wel problemen, zei hij.

“Dat waar jij het toen over had, dat moeten wij ook meer hebben.”

“Regie bedoel je?”

Casual. Inwendig deden al mijn cellen mee aan de wave.

“Ja, dat. Kwaliteit, weet je.“

Ze hadden gemerkt dat tv maken meer was dan een camera vasthouden en een vraag stellen. Dat je geen kijkers wint als je niet nadenkt over wat je doet. Niet veel later waren ze failliet. Toen deed ik geen wave. Want ik vond ze aardig. Gelijk krijgen is niet altijd leuk.

Maar erachter te komen dat laten weten wie je bent en wat je wil zo goed werkt, dat wel.

Tóch nog een stukje propaganda in de laatste zin. Omdat het waar is.

De afbeelding komt gedeeltelijk hier vandaan (klik).

 

{a1062ar7674}
3 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *